Het gezelschap dat op de slotbijeenkomst met elkaar aan de slag gaat bestaat uit hulp- en zorgverleners maar ook uit beleidsmakers, onderzoekers, informele organisaties, ervaringsdeskundigen en bestuurders. Een van de ervaringsdeskundigen vertelt over haar ervaringen toen ze op 34-jarige leeftijd een gewelddadig huwelijk ontvluchtte. Zonder haar paspoort mee te nemen belandde ze op straat en raakte ze zwanger. Omdat er geen moeder-kindhuizen zijn voor vrouwen boven de 25 jaar raakte ze van de ene ellende in de andere, vertelt ze. Het programma Gezonde en Kansrijke Start en Nu Niet Zwanger hadden haar kunnen helpen, en ook de prenatale huisbezoeken waar Amsterdam mee begint vindt ze echt een verbetering. Maar ze roept alle aanwezigen vooral op om het vertrouwen in de jeugdzorg te vergroten. Veel moeders zonder bestaanszekerheid zijn bang dat hulpverleners hun kindje afnemen. En de Toeslagenaffaire heeft die vrees de afgelopen jaren alleen maar versterkt.
Gynaecoloog Eric Steegers doet eveneens een dringend beroep op de Amsterdamse hulp- en zorgverleners. Vertrouwen, is zijn ervaring vanuit Rotterdam, ontstaat door daadwerkelijk naar mensen te luisteren en hen aan de hand te nemen. Daar mogen zorgverleners best ‘een beetje directief in zijn’. “Door duidelijk te zijn en gewoon te vertellen hoe we de problemen gaan oplossen.” Die durf is nodig om te voorkomen dat moeders in kwetsbare situaties tussen wal en schip terechtkomen. Wethouder Marjolein Moorman maakt notities als Steegers over de Rotterdamse aanpak vertelt. Ze deelt Steegers opvatting dat er durf en activisme nodig is om de groep die het moeilijkste te bereiken is, te helpen. “Als we alles in regels vatten gaan we het niet redden. Dus lef, ja. Graag!”
Hoe hulp- en zorgverleners dat concreet kunnen invullen en wat ze daarvoor nodig hebben is onderwerp van gesprek aan de tafels. Gespreksleider Jamie Tio loopt de tafels langs en haalt de ideeën op. Een proef in Zaandam passeert: gezinnen met veel problemen krijgen elke maand €150 van de gemeente om uit te zoeken of dat de stress vermindert. De Amsterdamse stadspas moet veel meer ingezet worden voor deze doelgroep, vult een andere deelnemer aan.
Een arts vindt dat er veel meer samenwerking nodig is. “Veel problemen zijn simpelweg te complex om alleen op te kunnen lossen. Daar heb je meer en andere expertise voor nodig.” Vergeet de partners van de moeders niet, vindt een van de aanwezigen. Daar is te weinig aandacht voor. En zie ook de informele organisaties niet over het hoofd. “Die hebben soms wel een ingang bij mensen waar wij niet bij komen.”
Ook is er een oproep voor spullen voor gratis babystartpakketten voor gezinnen in kwetsbare situaties in Amsterdam. En om, hoe ingewikkeld dat misschien ook is, ervoor te zorgen dat alle in Nederland geboren kinderen een BSN-nummer krijgen. Want zeker in Zuidoost wonen veel kinderen die nooit zijn aangegeven bij de burgerlijke stand, weet een jeugdhulpverlener in dat stadsdeel. “En zonder Burgerservicenummer ben je kansloos in Nederland.”
José Manshanden, directeur GGD Amsterdam, sluit de dag vol goede energie af. Onder de indruk van wat ze allemaal gehoord heeft, weet ze wat haar te doen staat, vertelt ze. Meer bekendheid geven aan alle voorzieningen die er al zijn krijgt prioriteit. De hulp die gemeentelijke Doorbraak-teams in sommige situaties kunnen bieden zijn bijvoorbeeld nog niet bekend, en ook de collectieve zorgverzekering voor mensen met een laag inkomen staat bij velen nog niet op de radar. “Er is al best veel maar dat moet bij de juiste mensen terechtkomen. Daarvoor zijn dit soort netwerkbijeenkomsten belangrijk. Om kennis en informatie uit te wisselen én om elkaar te leren kennen. Want we hebben elkaar echt nodig om ervoor te zorgen dat kinderen de gezonde en kansrijke start krijgen waar ze recht op hebben.”