






De wereld om ons heen verandert snel. Dat merken ook mensen bij de brandweer en crisisbeheersing in hun dagelijkse werk. Het huidige onderwijs sluit daar niet goed op aan. “Daarom is het tijd om het onderwijs anders in te richten”, zegt Frans Schippers, programmadirecteur van Onderwijs Onderweg.
Het is een van de belangrijkste redenen waarom de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) samen gestart zijn met het programma Onderwijs Onderweg. Met als stip op de horizon: praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor mensen bij de brandweer en crisisbeheersing.
Het is zeker niet de enige reden. Frans: “We zien namelijk ook dat vrijwilligers nu vaak erg veel tijd kwijt zijn aan opleidingen. De vraag is: is dat allemaal wel nodig? Of kunnen we dat terugdringen door het onderwijsstelsel beter en flexibeler in te richten? Met onderwijs bijvoorbeeld dat een goede basis biedt. Maar ook onderwijs dat de regio’s meer ruimte geeft voor regionale accenten.”
Tegelijkertijd vindt hij het belangrijk om ook de kwaliteit van het onderwijs te blijven ontwikkelen. Frans: “We hebben met elkaar in 2015 een grote stap gezet. Nu zijn we klaar voor de volgende stap: beter organiseren wat iemand moet weten én kunnen na het afronden van een opleiding. Dat willen we met de mensen doen, die het werk uitvoeren. Nu zitten er in werkgroepen geregeld mensen, die het werk zélf niet uitvoeren of daar leiding aan geven. Ook mist duidelijkheid wie wat bepaalt. Dat moeten we uitzoeken.”
Mee op reis
Lonkend perspectief is dat we na deze aanpassingen afscheid nemen van allerlei zaken die nu niet goed gaan. Frans: “Een voorbeeld: cursisten van de opleiding tot manschap leren met gereedschap te werken, alleen omdat dat in het examen gevraagd wordt. In de praktijk gebruiken ze dit gereedschap niet meer. Of neem het duikonderwijs: we kunnen dat goed geven. Alleen beschikken de veiligheidsregio’s niet over een goed uitgeruste opleidingsplek. En bij de opleiding tot Operationeel Leider bij crisisbeheersing is het belangrijk dat we nu ook de laatste inzichten – denk aan geleerde lessen tijdens Covid19 en de vluchtelingenproblematiek – daarin meenemen.”
Frans hoopt van harte dat vrijwilligers en beroepskrachten bij veiligheidsregio’s en de onderwijscollega’s bij het NIPV de noodzaak en urgentie van het programma onderschrijven. En dat zij ‘kritisch en constructief’ meegaan op de reis naar dat vernieuwde stelsel. “Daarmee ga je met ons op zoek naar een passend onderwijsstelsel. Dat is iets wat alle medewerkers van de veiligheidsregio’s verdienen.”
Dáárom Onderwijs Onderweg
Waarom is een programma als Onderwijs Onderweg zo hard nodig? En wat moet er dan zoal anders? Wij vroegen het aan professionals bij de brandweer en crisisbeheersing. Een bloemlezing van de antwoorden.
Waarom is het belangrijk ons onderwijsstelsel te herzien?
- Zo’n twintig jaar geleden hadden onze vrijwilligers nog niet zoveel ernaast, de opleiding duurt nu te lang.
- We moeten veel sneller inspelen op ontwikkelingen in maatschappij.
- We krijgen te maken met een andere doelgroep bij onze opleidingen, diverser en minder technisch.
- We moeten opleiden voor het vak en niet voor het halen van toetsen.
- De inhoud moet beter aansluiten op het risicoprofiel van een regio.
- We moeten kiezen voor andere werkvormen die beter aansluiten bij de doelgroep.
- We kunnen meer en beter samenwerken en leren van elkaar.
- De nabijheid van opleidingen blijft belangrijk.
- We moeten anders durven nadenken over basisinstroom, maar we moeten wel het hele brede takenpakket als basis hanteren.
Wat is jouw toekomstdroom voor het onderwijs van de veiligheidsregio’s?
- Aandacht voor actuele onderwijsmethoden/ontwikkelingen zoals AI.
- Flexibel, modulair onderwijs, dus passend bij de behoefte.
- Bepaalde uniformiteit ten behoeve van kwaliteit.
- Kaders met ruimte voor regionale invulling (op alle fronten dus ook examens).
- Regio’s met expertises uitwisselbaar.
- Makkelijker examineren (met meer-ogen principe). In eigen beheer van opleidingsinstituut.
- Samenwerking op alle fronten.
- We leiden niet op voor het examen, we leiden op voor het vak. We zijn de laatste halte voordat mensen vakbekwaam zijn en veilig hun uitruk doen.



Wat is het programma Onderwijs Onderweg? Wat is de aanleiding? Hoe werkt het? En hoe blijf jij op de hoogte? Zes vragen en antwoorden.
Wat is het programma?
Het programma Onderwijs Onderweg richt zich op het verbeteren van het onderwijsstelsel voor brandweer en crisisbeheersing. De ambitie van het programma is samen op weg te gaan naar een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle mensen van de brandweer en crisisbeheersing in de veiligheidsregio’s.
Wie zijn de opdrachtgevers?
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) zijn beiden opdrachtgever van dit programma.
Wat is de aanleiding voor het programma?
Het huidige onderwijsstelstel past niet meer goed bij de snel veranderende wereld. Het moet flexibeler worden en beter passen bij de praktijk. Dit blijkt onder meer uit de rapportage ‘Onderwijsstelsel veiligheidsregio’s; de zoektocht naar verbetering’, die in september 2023 verscheen.
Hier lees je het rapport:
20231007-RCDV-NIPV-Het-Onderwijsstelsel-Veiligheidsregios.pdf.
Wat is de kern van het programma?
Er is een koersplan opgesteld, waarin staat beschreven hoe de verbetering van het onderwijsstelsel de komende jaren wordt aangepakt. Er zijn zes belangrijke ontwikkeldoelen waar we met het programma naartoe werken:
- beter samenspel door meer rolduidelijkheid, rolbewustzijn en rolvastheid;
- betere sturing en aansluiting op de vraag vanuit de beroepspraktijk;
- meer flexibiliteit in het functiestelsel en de kwalificatiedossiers;
- meer flexibiliteit in het onderwijs, waarin de deelnemer centraal staat;
- efficiëntere en effectievere uitvoering;
- gezamenlijke evaluatie en snellere aanpassing van onderwijs.

Lees hier meer:
Koersplan ‘Onderwijs Onderweg’ vastgesteld
Hoe werkt Onderwijs Onderweg?
Het herzien van het onderwijsstelsel vormt geen uitgestippelde route. Daarvoor heeft het programma te maken met te veel spelers, lastige knelpunten en met snelle ontwikkelingen in de wereld om ons heen. Onderwijs Onderweg kiest daarom voor een stapsgewijze aanpak. Centraal staat: met elkaar ontdekken, reflecteren, leren en weer op pad gaan. Dit betekent dat we in verschillende fasen experimenteren en vanuit die ervaringen weer verder ontwikkelen. Het is een vorm van actieleren.
We doen dat met behulp van overzichtelijke etappes. Iedere etappe heeft een doorlooptijd van ongeveer drie maanden. Aan het begin van de etappe deelt het programmateam de voorgenomen activiteiten. Iedere etappe wordt afgesloten met een etappebijeenkomst. Dit zijn bijeenkomsten waar we samen met professionals uit het veld werken aan een beter onderwijsstelsel en waar we inzichten en uitdagingen verzamelen. Na iedere etappe communiceert het team over de behaalde resultaten en leerpunten.

Waar kan ik terecht met vragen en opmerkingen?
Dit kan per e-mail via onderwijsonderweg@nipv.nl.



We zijn officieel van start gegaan met de tweede etappe van het programma Onderwijs Onderweg. In de eerste etappe hebben we de rollen in het onderwijsstelsel verkend en beschreven. Nu gaan we praktijkervaringen opdoen. Dit houdt in dat we gaan ontdekken wat er nodig is om het onderwijsstelsel goed te laten werken. En we onderzoeken hoe we het samenspel tussen partijen kunnen verbeteren.
Aan de hand van drie praktijkcases gaan we onderzoeken, reflecteren en leren. Op basis van de opgedane ervaringen komen we zo steeds een stap verder naar hoe we het stelsel het best kunnen inrichten. Naast deze drie praktijkcases werken we in etappe 2 aan de voorbereiding voor een gezamenlijke onderwijsvisie en het vereenvoudigen van regelgeving.
De tweede etappe begon officieel op 21 oktober 2024 en eindigt op 31 januari 2025. Onderstaand zetten we de vijf speerpunten van etappe twee op een rijtje, inclusief een korte toelichting.
1 – Verkenning vraag beroepspraktijk voor manschap
We willen een goed landelijk beeld krijgen wat een beginnend beroepsoefenaar moet kunnen. En wie dat vaststelt. Dat begint met de vraag wie we precies moeten betrekken. Vandaar deze verkenning. Aan het eind van dit project hebben we een duidelijke vraag uit de beroepspraktijk voor de functie(s) manschap én hebben we ervaringen met het proces om deze vraag te definiëren en vast te stellen.
2 – Verkenning vraag beroepspraktijk voor operationeel leider
We onderzoeken wat nodig is om de vraag uit de beroepspraktijk voor operationeel leider helder te krijgen en vast te stellen, zodat we ook ervaring opdoen met dit proces bij crisisbeheersing.
3 – Organisatie van duikonderwijs
In samenwerking met de vakraad Leren en ontwikkelen werken we aan het gezamenlijk organiseren van het duikonderwijs. In deze etappe verkennen we wat er nodig is. Denk bijvoorbeeld aan benodigde faciliteiten voor het onderwijs, de financiering ervan en landelijke regie. Het doel in deze etappe is om te komen tot een overzicht van de vraagstukken en uitgangspunten, inclusief een vervolgaanpak voor de verdere uitwerking hiervan in etappe 3.
4 – Voorbereiden ontwikkelen onderwijsvisie
We willen een gezamenlijke onderwijsvisie ontwikkelen voor álle opleidingsinstituten. In deze etappe bereiden we het project slechts voor, omdat de opleidingsinstituten op dit moment nog druk zijn met de implementatie van Canvas en Educator. We zorgen voor het aanstellen van een projectleider en stemmen af over de samenstelling van de projectgroep. Het opstellen van de onderwijsvisie gaat van start in etappe 3.
5 – Werken aan vereenvoudiging van regelgeving en bedrijfsvoering
In een werkgroep met financieel deskundigen bestuderen we de financiering van het onderwijsstelsel en de mogelijkheden voor vereenvoudiging. Daarnaast willen we de regelgeving in het onderwijsstelsel vereenvoudigen. We maken daarom een document (een zogenaamde two-pager) dat het ministerie van Justitie & Veiligheid als inbreng kan gebruiken voor de herziening van de Wet veiligheidsregio’s. Onderdeel van deze two-pager is bijvoorbeeld de wens om te komen tot ijkfuncties en het verbeteren van de flexibiliteit om snel te kunnen inspelen op veranderingen in praktijk of inzichten uit onderzoek.



Een van de speerpunten waar Onderwijs Onderweg in etappe 2 al direct mee aan de slag gaat, is de manschappenopleiding. De kern van het vraagstuk: Waar moet een manschap anno nu aan voldoen? En: Hoe zorgen we ervoor dat we tot een gezamenlijke vraag vanuit de beroepspraktijk komen? Het woord is aan de projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder.
Pieter: “Het kwalificatiedossier Manschap is voor het laatst herzien in 2017. Sindsdien zijn er vanuit het land verschillende opmerkingen gekomen dat het anders moet. Op die behoeftes willen we nu inspelen en tot een breed gedragen voorstel komen voor een nieuwe opleiding voor manschap. Het doel is om het kwalificatiedossier en de manschappenopleiding actueel te maken. Met de flexibiliteit om in de toekomst snel te kunnen vernieuwen als de praktijk daarom vraagt.”
Alex: “Wij zijn al veel het land in geweest om input op te halen en dat zullen we blijven doen. Wat speelt er? Wat zijn de behoeftes om de opleiding aan te passen? De vraag vanuit de beroepspraktijk is leidend. Waar moet een manschap aan voldoen en hoe moet de opleiding eruitzien? We zetten heel bewust een stap terug om echt te starten bij de basis.”

Eenheidsworst
Pieter: “De herziening van de manschappenopleiding vraagt om een andere aanpak dan de huidige manier. Voorheen gingen we de bestaande opleiding verbeteren. Dan blijf je dus voor het grootste deel hangen in wat je al hebt. Waarbij de neiging is om er nóg méér kennis in te stoppen. Maar hoeveel kennis kan iemand aan? Heeft een manschap misschien meer baat bij digitale vaardigheden om snel iets op te zoeken?”
Alex: “Moeten we supermensen opleiden? En als we dat doen: hoe blijven ze supermensen? De vraag is of alle onderdelen van het vak nog in de basisopleiding moeten terugkomen. Misschien hebben we meer behoefte aan een stelsel met verschillende kwalificatiedossiers in plaats van de eenheidsworst die we nu aanbieden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen helpen om de variabele voertuigbezetting, waar diverse veiligheidsregio’s behoefte aan hebben, een stap verder te brengen.”
Sentiment
Pieter: “De herziening van de manschappenopleiding gaat over de vraag hoe jij collega’s krijgt waarmee je het werk op straat kunt blijven doen. En voor leidinggevenden over de vraag hoe je de organisatie anders kunt inrichten als er keuzeopties zijn voor verschillende kwalificatiedossiers. Er is ook ruimte voor een kritische blik. Er zijn mensen die een minder complete basisopleiding zien als een uitholling van het brandweervak. Ook dat sentiment nemen we mee.”
Alex: “Een belangrijke vraag voor nu is: hoe gaan we iedereen bereiken? Cursisten, instructeurs, begeleiders, opleidingscentra en zittende manschappen. De ideale manier voor iedereen om mee te doen hebben we nog niet paraat. We gunnen onszelf de tijd om te leren. Houd in ieder geval de ontwikkelingen in de gaten. Bijvoorbeeld via vakbekwaamheid en de opleidingscentra in je eigen regio.”
Marinus van de Velde, Adjunct-Commandant Brandweer Fryslân bij Veiligheidsregio Fryslân:
‘Zie het als een kans, niet als een risico’
“Ik ben heel positief over de zorgvuldige aanpak van Onderwijs Onderweg, omdat dit recht doet aan de vragen uit het werkveld. We hebben nu een vrij rigide onderwijssysteem. Sommige veiligheidsregio’s stoeien ermee om nieuwe mensen op te leiden. Zit er ballast in de huidige opleiding? Zijn bepaalde onderdelen niet heel erg regio specifiek? Waar het volgens mij vooral om gaat, is dat in de opleiding de goede dingen aan bod komen. Die inhoudelijke discussie is superinteressant. Maar het gaat verder dan dat, want het gaat ook om de ontwikkeling van een modern onderwijsstelsel. Iedereen die daar een goed beeld bij heeft, zou hierover moeten meepraten. Ik ken de kritische geluiden van mensen die een minder complete basisopleiding zien als de uitholling van het brandweervak. Daar moeten we het met elkaar over hebben. Maar ik zie deze herziening toch vooral als een kans en niet als een risico. Ik hoop dat we samen komen tot een breed gedragen en toekomstbestendig stelsel waar Brandweer Nederland echt mee verder kan.”



We zijn inmiddels volop bezig met de tweede etappe van Onderwijs Onderweg. Maar wat is er in de eerste etappe gebeurd? Een kort overzicht van de belangrijkste resultaten.
In etappe 1 zijn drie belangrijke resultaten bereikt.
- Er is een beschrijving gemaakt van het onderwijsstelsel en de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die daarbij horen. Deze geeft antwoord op vragen als: Hoe ziet het stelsel er eigenlijk uit? Wat zijn uitgangspunten van een goed onderwijsstelsel? Wie moet wat doen, wil het stelsel goed functioneren?
- Er is een verkenning gedaan naar wat er speelt rond de herziening Manschap. En de eerste stappen zijn gezet om het proces van kwalificatiedossiers te verbeteren en te versnellen.
- Er is een eerste inzicht in de financiële stromen binnen het huidige stelsel.
De resultaten van etappe 1 zijn behaald in samenwerking met verschillende partners en betrokkenen, zoals de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland, vakbonden, opleidingsinstituten (zowel regionaal, interregionaal als het NIPV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Bekijk hier de beschrijving van het onderwijsstelsel en de rollen die daarbij horen.
‘Rollennotitie verschaft duidelijkheid’
Waarom is het goed dat er een notitie ligt over wie er straks welke rol heeft in het nieuwe onderwijsstelsel? Drie betrokkenen over deze notitie en hun visie op de toekomst.
Herry Ester, directeur Brandweeropleidingen BOGO:
‘We doen veel goed, maar het kan ook beter’

“We doen best veel goed, maar het kan ook echt wel beter. Met name als het gaat om samenspel, rolvastheid en rolbewustzijn hebben we iets te winnen. De rollennotitie die er nu ligt, geeft meer duidelijkheid over wie binnen het voorgestelde onderwijsstelsel welke rol heeft en waarvoor aan de lat staat. Maar na het ‘richten’ komt het ‘inrichten’. Nu is het allemaal nog erg hoog over. In de volgende fase moeten we dat steeds in details gaan invullen. Mijn advies: blijf goed luisteren naar wat het veld belangrijk vindt. En maak niet de fout dat je met richtlijnen vertrekt waar je alleen maar bevestiging op zoekt. En net zo belangrijk: zorg dat iedereen niet alleen een duidelijke rol inneemt en rolvaster wordt, maar dat dat ook mogelijk wordt gemaakt. Anders zitten we snel weer in dezelfde vervelende situatie. Ik heb er vertrouwen in dat dit gaat lukken en kijk uit naar de resultaten.”
Ronald Kraan, Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers:
‘Onderwijs moet ook leuk zijn’

“Doen we nog de goede dingen? Vragen we te veel? Dat is waar wij als ‘kritische vriend’ op letten bij Onderwijs Onderweg. Want de kwestie is altijd of gewenste veranderingen, zoals nu aan het onderwijsstelsel, bijblijven met de capaciteit en ambities van onze vrijwilligers. Daarom letten wij heel scherp op of opleidingen zowel onderwijskundig als vakinhoudelijk relevant zijn. Moet iemand bijvoorbeeld de inhoud van een TS op twee A4-tjes kunnen uitschrijven? Met zo min mogelijk belasting zoveel mogelijk mensen enthousiast maken voor het vak; dat is wat wij belangrijk vinden. Onderwijs hoort daarbij. Dat moet nuttig zijn, maar bovenal ook leuk om te volgen. Vinden, binden en boeien; daar maken wij ons hard voor. Met als resultaat tevreden brandweermensen die voldoende toegerust zijn om hun taken te vervullen. Wij blijven Onderwijs Onderweg volgen en hebben er alle vertrouwen in dat we eruit gaan komen.”
Max Krisman, Teammanager Opleidingen Crisisbeheersing bij het NIPV:
‘Ook aandacht voor multi perspectief’

“Wij werken bij Crisisbeheersing al geruime tijd aan meer flexibilisering van ons onderwijs. Zodat iedereen niet exact dezelfde route af moet leggen om vakbekwaam te worden. Meer maatwerk dus. Dat doen wij in overleg met het werkveld. In die zin doen we dus al precies wat het programma Onderwijs Onderweg beoogt. Dat het onderwijsstelsel nu niet optimaal functioneert, dat moge duidelijk zijn. Het zit ingewikkeld in elkaar, vaak is niet duidelijk wie waarvoor aan de lat staat en we zijn niet altijd rolvast. Goed als daar verbetering in komt. Ik heb ingebracht dat we naast de opleiding tot manschap en duiker ook die van operationeel leider moeten gaan onderzoeken als casus. Zodat we ook het multi perspectief meenemen. In etappe 2 van het programma gaat dat gelukkig ook gebeuren. Ik ben tevreden als mensen na afloop van hun opleiding niet alleen vakbekwaam zijn, maar zich ook nog eens vakbekwaam voelen. Als we dat met elkaar weten te organiseren, zetten we een grote stap voorwaarts.”



Het programma Onderwijs Onderweg is al enige tijd ook letterlijk onderweg. Op 12 september vond bijvoorbeeld de eerste etappebijeenkomst plaats bij het NIPV in Arnhem. In stijl van wielerwedstrijd Tour de France kozen we ervoor om in Franse sfeer een tour door ons onderwijsstelsel te maken.
Deelnemers aan de ‘Tour’ bogen zich in groepen over enkele vragen die betrekking hebben op het onderwijsstelsel van brandweer en crisisbeheersing. Er zijn waardevolle inzichten opgehaald, waarmee we verder kunnen in de volgende etappes. Bovendien oefenden we in deze setting ook al met het samenspel en verschillende perspectieven van alle deelnemers.
Onderstaand enkele voorbeelden van vragen die aan de orde kwamen en de antwoorden van de deelnemers.
Hoe krijgen we de 25 veiligheidsregio’s op één lijn om te komen tot een collectieve beroepsvraag?
- Benader de vraag vanuit gemeenschappelijke belangen in plaats van individuele voorkeuren.
- Door met zijn allen één basis te bepalen. De rest verschilt per regio/kazerne.
- Door te bedenken welke instanties erover moeten meepraten. Moet elke werkgever dat wel doen?
- Verder gaan met dit soort sessies.
Hoe zorgen we ervoor dat kwalificatiedossiers goed aansluiten op de vraag uit de beroepspraktijk?
- Zorg dat kwalificatiedossiers bestaan uit kennis, vaardigheden en basishouding.
- Door regionale betrokkenheid (alle regio’s moeten meedoen), zorgen voor landelijke dekking en representatieve vertegenwoordiging.
We willen een gezamenlijke onderwijsvisie. Wat moet erin komen te staan?
- Het optreden in de praktijk staat voorop.
- Creëer een gezamenlijke basis (onderwijskader), met ruimte voor regionale invulling.
- Zorg dat het past bij verschillende doelgroepen of maak hier ruimte voor.
- Houd rekening met andere generatie leerlingen.
Hoe kunnen we resultaten van evaluaties beter bij elkaar brengen?
- Eenduidigheid in evaluaties: wat haal je op bij wie?
- Richtlijn voor het evaluatieproces van onderwijsproducten.
- Centrale regie; NIPV aan zet om te regisseren.
- Voorwaartse feedback.



Het programma Onderwijs Onderweg bestaat uit verschillende etappes. Elke etappe gaan we via ‘actieleren’ aan de slag. Dat betekent dat we nog niet exact weten wat de inhoud van de verschillende etappes wordt. Dat hangt namelijk af van wat we ‘onderweg’ tegenkomen. Dit zijn de beoogde etappes in 2025.
Etappe 2 vindt plaats van 21/10 2024 t/m 31/01 2025
Aan de hand van drie praktijkcases gaan we onderzoeken, reflecteren en leren: (1) Verkenning vraag beroepspraktijk manschap, (2) Verkenning vraag beroepspraktijk voor operationeel leider en (3) Organisatie van duikonderwijs. Naast deze drie praktijkcases werken we in etappe 2 aan de voorbereiding voor een gezamenlijke onderwijsvisie en het vereenvoudigen van regelgeving.
De volgende etappebijeenkomst is 6 februari 2025. Precieze tijdstip en locatie volgen zsm.
Overige etappes
Etappe 3: 03/02 t/m 30/05 2025
Etappe 4: 02/06 t/m 30/09 2025
Etappe 5: 01/10 2025 t/m 30/01 2026.



Het programmateam van Onderwijs Onderweg:
Susan Busch, Lieke de Geus, Keltoum Laoukili, Coby Flier, Harold Menning, Frans Schippers, Sven van der Burg, Alex van Schaik en Tonnie Wold.
Niet op de foto: Linda Dekker, Odiel Nolet en Pieter Lodder
Deze digitale uitgave is gemaakt in opdracht van Onderwijs Onderweg.
Redactie: Sven van der Burg, Linda Dekker, Lieke de Geus, Keltoum Laoukili, Richard Post, Eric Went
Vormgeving: John Stelck
Techniek: Loek Weijts
Vragen en/of opmerkingen?
Mail: onderwijsonderweg@nipv.nl
18 december 2024