Netwerkbijeenkomst Nieuw-West

Informele zorg voorkomt culturele misverstanden

In de netwerkbijeenkomst Gezonde en Kansrijke Start op 13 juni in Amsterdam Nieuw-West ging het over informele zorg. En hoe je met informele zorg ook culturele misverstanden kunt voorkomen. “De verloskundige zei dat ik kraamzorg kon krijgen. Maar legde mij niet uit wat die kraamzorg zou doen.”

Op het fundament van de eerste 1000 dagen, vanaf 10 maanden voor de geboorte totdat het kind 2 jaar is, bouwen we de rest van ons leven verder. Dus moeten die eerste 1000 dagen zo gezond en veilig mogelijk zijn. Daar richt het programma Gezonde en Kansrijke Start in Amsterdam zich op. Veel partijen spelen een rol in het realiseren van die kansrijke en gezonde start. En dat lukt beter als ze elkaar kennen. De netwerkbijeenkomst Gezonde en Kansrijke Start in Nieuw-West, in de Ru Paré Community (de ‘huiskamer’ van Slotervaart), stond in het teken van het belang van informele zorg.

Culturele misverstanden

“Ik miste heel veel dingen tijdens de bevalling in Nederland. In Somalië helpen ze pushen om snel te bevallen. Hier moet je het zelf doen. Het lukte mij niet om te bevallen. Ik moest drie dagen wachten en moest veel huilen. De dokter kwam alleen maar kijken. Ik heb gezegd dat ik een operatie wilde. Er werd niet geluisterd. De dokter zei: je moet doorgaan. Hij luisterde niet naar mij.”

Het is een van de voorbeelden uit de theatrale vertelling Cultureluurs. De vertelling is gebaseerd op een onderzoek van Road of Hope, in samenwerking met Somastel, Nisa for Nisa, Vrije Universiteit Amsterdam en de GGD Amsterdam. In het onderzoek namen vrouwen uit Syrië, Eritrea, Somalië en Marokko de rol van interviewers op zich. Ze gingen in gesprek met andere vrouwen binnen hun respectievelijke gemeenschappen met als doel de ervaringen van gezondheidszorgprofessionals, zwangere vrouwen en moeders op te halen. Het resultaat: een vertelling waarin soms het onbegrip en het culturele misverstand vanaf spat.

Positieve ervaring

De theatrale vertelling Cultureluurs deelt nog meer ervaringen:
“In Syrië betaal je het ziekenhuis om slingers op te hangen in de kamer. In Nederland kan dat niet.”
“Ik zei altijd ja, ja, ik begrijp het. Ook als ik het niet begreep. Ik had geen andere weg. Bij de laatste twee kinderen begreep ik wel iets.”
“De verloskundige zei dat ik kraamzorg kon regelen. Maar niet wat die zou doen.”
“Ik weet niet of degene die heeft vertaald wel alles tegen mij heeft gezegd.”
Soms vertellen de spelers een positieve ervaring. “Bij de eerste zwangerschap had ik een Hollandse moeder die bij mij was. Zij luisterde goed en ging langzaam praten. Zij legde ook uit wat er met mij ging gebeuren. Een supervrouw.”

Elkaar kennen

Daarmee is de stap naar Informele zorg – die centraal staat tijdens deze netwerkbijeenkomst in Nieuw-West – gemaakt. Nog een mooi voorbeeld: de Eritrese vrouw op het podium vertelt zelf dat zij een taalmaatje had, die niet alleen hielp met taal, maar ook met de administratie. “Ik kan met haar beter praten over mijn problemen. Ik voel me veilig bij haar. Ik stel haar vragen als ik hulp nodig heb. Ze was eigenlijk mijn taalmaatje voor zes maanden. We kennen elkaar nu drie jaar.”

Daniëlle Kretz, programmamanager Gezonde en Kansrijke Start bij de GGD Amsterdam vertelt dat informele zorg essentieel is voor grote groepen aankomende en kersverse moeders. En dat het van belang is dat zorgprofessionals elkaar kennen. “We proberen zoveel mogelijk professionals die formele en informele zorg leveren bij elkaar te brengen om van elkaar te leren. En elkaar te leren kennen. Zo willen we komen tot meer samenwerking. We broeden erop hoe we die samenwerking structureler kunnen maken.”

Bij de bijeenkomst zelf staat het in beeld brengen van het netwerk van de patiënt/cliënt centraal. Dat gebeurt via de casus van Sita. Een alleenstaande Eritrese moeder met twee kinderen. Ze is zwanger. En ze heeft last van depressies. Ze heeft nauwelijks contact met de buren. De deelnemers moeten in groepen een opstelling maken voor Sita. Daarvoor ligt er op elke tafel een vel papier waarop zij in steeds ruimere cirkels rondom een getekende Sita, tientallen kleurrijke kartonnen poppetjes een plek moeten geven.

‘Wij betrekken heel veel informele organisaties bij ons werk, omdat ze toegankelijk zijn voor de doelgroep’

Persoonlijke vraag

Ter introductie op de opstelling krijgen deelnemers de persoonlijke vraag wie voor hen zorgt als zij zes weken aan huis zijn gekluisterd, bijvoorbeeld met een gebroken been. De situatie verschilt per persoon. De één heeft een partner. Een ander heeft volwassen kinderen die bijspringen. Mensen van de kerk. Mensen uit hetzelfde land. Een van de deelnemers vertelt dat ze in de supermarkt een buurvrouw aansprak omdat ze hulp nodig had vanwege een opdracht voor haar opleiding. Ze moest naar de bibliotheek, maar ook voor haar kind zorgen. “Mijn buurvrouw vond het heel goed dat ik haar om hulp vroeg. Nu spreken we elkaar elke week een uur.”

Verhalen exploreren

Wat gunnen de deelnemers Sita? Sita heeft een aanspreekpunt nodig, concluderen de deelnemers aan tafel die haar netwerk in kaart moeten brengen. De opstelling met poppetjes zorgt ervoor dat je het netwerk visueel maakt”, vertelt systeemtherapeut Yvonne van Engelen. “Er komen altijd verhalen die je verder kunt exploreren. Je kunt aan de opsteller vragen: dit is zoals het is, maar is het ook zoals je het wilt?”

Een deelnemer merkt op dat ‘we’ het netwerk niet moeten invullen. “We zeggen nu dat je meer mensen nodig hebt, maar misschien wil die ene buurvrouw wel zes weken hulp bieden. Als je durft te vragen, zijn mensen vaak bereid om te helpen.

Informele organisaties

Informele organisaties kunnen fungeren als intermediair tussen een persoon en professionals. Ze bieden ook een ander soort hulp. Zo brengt Eigen Plan het informele netwerk van cliënten zoals Sita in kaart. Vervolgens wordt in kaart gebracht wat er nodig is voor de cliënt. Uiteindelijk maakt de cliënt een eigen plan waarin zij samen met mensen uit haar eigen kring, eventueel met betrokken hulpverleners, kijkt wat zij wil bereiken, aan welke voorwaarden het plan moet voldoen, hoe ze dat gaat doen, wie haar daarbij kan ondersteunen en welke hulp daarbij nodig is.

Andere informele organisatie is SINA (Samen is niet alleen), dat spullen en praktische ondersteuning biedt en TEAM ED waar ervaringsdeskundigen ondersteuning bieden. Bij Home-Start steunen vrijwilligers ouders met alledaagse opvoedvragen.

Reacties

Hanne van der Kolk, oprichter Dream Support (rechts) en Maartje Salomons, teamleider Jeugd bij SEZO spelinloop:

‘Soms moet je denken als wijkbewoner’

Maartje: “Mijn stelling is dat niets belangrijker is dan die eerste 1000 dagen. Het mooie van bijvoorbeeld de spelinloop in Nieuw-West is dat je er kinderen mee bereikt, maar ook de ouders.”
Hanne: “Spelen is belangrijk. En ouders kunnen elkaar bij een spelinloop ontmoeten. Dat is de plek om te bouwen aan een netwerk. Begeleiders kunnen een rol spelen door te laten zien wat ouders kunnen doen en wat de buurt te bieden heeft.”
Maartje: “Informele steun aan gezinnen in de wijk waar ze wonen is essentieel. Die is blijvend.”
Hanne: “Opvoeden is iets natuurlijks. Het wordt nu zo geprofessionaliseerd.
Maartje: ‘Wat is er in de buurt waar je steun kunt krijgen? Dat zou leidend moeten zijn voor professionals.”
Hanne: “Te vaak wordt er voor mensen gedacht. Het is goed om soms de pet van professional af te zetten en te denken als wijkbewoner. Hoe ziet jouw eigen netwerk eruit? Dat gebeurde vandaag, toen mensen moesten nadenken wie hen zou helpen als ze zes weken aan huis gekluisterd zouden zitten. Dat zou ik graag vaker zien.”

Maartje Salomons (links) en Hanne van der Kolk (rechts)
Mimoun Loukili

Mimoun Loukili, Ouder- en Kindteam Nieuw-West:

‘Als je elkaar kent ontstaan er lijntjes’

“In Nieuw-West zijn heel veel informele organisaties. Die zijn allemaal bezig met de doelgroep, maar ze weten niet veel van elkaar. Als je elkaar kent, ontstaan er lijntjes. Kun je naar elkaar verwijzen. Daarom is dit een heel nuttige bijeenkomst.
Stichting SINA heeft ons, of preciezer: de ouders die aanklopten bij het Ouder- en Kindteam in Nieuw-West, veel geholpen. Dat geldt ook voor Nisa for Nisa. Voor kerken. Als je maar lang genoeg in de wijk actief bent, leer je die organisaties kennen. Ik stuur daar nu mensen naartoe. Pluspunt van informele organisaties is dat zij cliënten vaak kunnen helpen in hun eigen taal. Cultuursensitief werken is heel belangrijk voor deze doelgroep.”

Colofon

Deze website is gemaakt in opdracht van GGD Amsterdam.

Teksten: Karlijn Broekhuizen en Robin Ouwerkerk
Eindredactie: Karlijn Broekhuizen
Fotografie: Olivier Middendorp
Vormgeving en techniek: Lisanne Gottenbos