Colofon
Deze website is gemaakt in opdracht van GGD Amsterdam.
Teksten: Karlijn Broekhuizen en Robin Ouwerkerk
Eindredactie: Karlijn Broekhuizen
Fotografie: Olivier Middendorp
Vormgeving en techniek: Lisanne Gottenbos
Stel: je hebt zelf een gebroken been en bent voor zes weken aan huis gekluisterd. Wie doet dan de boodschappen? Wie brengt de kinderen naar kinderopvang of school? Wie laat jouw hond uit? Op deze persoonlijke vragen zoeken zo’n zestig zorg- en welzijnsprofessionals samen een antwoord, op een dinsdagmiddag in juni in het Zonnehuis in Amsterdam-Noord. Want dat is de plek waar met een netwerkbijeenkomst het startsein wordt gegeven voor het programma Gezonde en Kansrijke Start (GKS) 2024 in Amsterdam. De antwoorden zijn voor de hand liggend. Vrouw/vriendin of man/vriend. Opa’s, oma’s en andere familieleden. Sommigen noemen de buren of geven de mensen van het koor een plek in hun directe netwerk als er zorg nodig is. Maar dat lijkt een minderheid te zijn.
De netwerkbijeenkomst is georganiseerd door de GGD Amsterdam, vanuit het programma Gezonde en Kansrijke Start. Doel is dat elk Amsterdams kind de best mogelijke start in het leven verdient en daarmee een optimale kans op een veilige, gezonde en kansrijke toekomst. De eerste 1000 dagen zijn hierin cruciaal. De netwerkbijeenkomsten zijn bedoeld voor professionals, om elkaar te leren kennen en er zo samen voor te kunnen zorgen dat kinderen gezond opgroeien en om fysieke, sociale en mentale achterstanden terug te dringen.
Aan de acht tafels gaat het gesprek al snel over hoeveel mensen je eigenlijk nodig hebt om een periode van zes weken te vullen aan zorg. “Want je wilt niet steeds weer terugvallen op dezelfde personen”, zegt een deelnemer. En misschien kan het informele netwerk de zorg helemaal niet aan, constateren ze in het gesprek. “Als ik met een gebroken been de trap op moet, dan ga ik daarvoor geen hulp vragen aan mijn buren.”
De discussie verdiept zich als de casus wordt voorgelezen. Sita is een alleenstaande vrouw uit Eritrea met twee kinderen. Ze is zwanger van een derde kind. Ze heeft last van depressies. De vader is niet in beeld. Hoe ziet haar persoonlijke netwerk eruit? Bij wie kan zij aankloppen met vragen en problemen? Want waar professionele hulpverleners uiteindelijk verdwijnen, is informele netwerk blijvend. Daarop zal de aanstaande moeder kunnen blijven terugvallen met vragen.
Voor het in kaart brengen van het netwerk van Sita ligt op elke tafel een vel papier met in het midden de hoofdpersoon en daaromheen drie concentrische cirkels. Ook staan er tientallen poppetjes op elke tafel. Welke poppetjes komen er in de binnenste cirkel? Dat zijn de personen aan wie je relatief gemakkelijk hulp vraagt. Naarmate de poppetjes meer naar buiten worden gezet, is hulp vragen lastiger en lijkt ook de kans dat ze hulp bieden kleiner.
De schooljuf van de kinderen wordt genoemd als persoon in het netwerk, evenals de buurvrouw die ze wel eens in de kerk ontmoet. Misschien horen de ouders van vriendjes van Sita’s kinderen ook wel tot het persoonlijke netwerk. En de leden van de kerkgemeente, hoewel een deelnemer opmerkt dat de kerk voor Sita misschien niet per se voelt als een veilige plek. En waar zet je de huisarts, de verloskundige en de medewerkers van de jeugdbescherming in het netwerk?
Systeemtherapeut Rinke ter Heege legt uit wat de meerwaarde is van de opstelling op tafel. “We zijn gewend om gesprekken te voeren. Maar als je het neerzet, dan ziet de cliënt wat ze heeft aan netwerk. Dan kan je ook de vraag stellen waarom iemand in die binnenste cirkel zit. En of het mogelijk is dat iemand uit de middelste cirkel in de binnenste cirkel komt? Voor de professional helpt het om zich te verplaatsen in de situatie van de cliënt, in dit geval Sita.”
Tijdens de bijeenkomst is er veel aandacht voor informele organisaties. Zij kunnen Sita misschien wel de steun geven waarvoor professionele organisaties geen tijd of budget hebben. Zo hebben de ervaringsdeskundigen van TEAM ED uit eigen ervaring meegemaakt om uit het dal te klimmen van psychische, financiële, verslavings-, sociale- of huisvestingsproblemen of een combinatie hiervan. Ze zijn getraind om hun ervaring in te zetten om individuen en organisaties te ondersteunen. Ervaringsdeskundige Linda vertelt dat zij psychische problemen heeft. “Een zwangerschap maakt onzeker. Ik had een goed netwerk, maar het was niet vanzelfsprekend om hulp te vragen, juist vanwege mijn kwetsbaarheid. Uiteindelijk heeft een buurvrouw, die ik via mijn werk kende, mij veel geholpen. Maar zij kent niet alle details van mijn problemen.”
Een andere informele organisatie die ingezet kan worden is Stichting SINA, die zorgt voor praktische zaken. SINA doet een huisbezoek en zorgt ervoor dat alles er is als het kindje geboren wordt. De informele organisatie Home-Start biedt tijdelijke ondersteuning bij het opvoeden.
Wouter Messchendorp van Eigen Plan vindt dat het uitgangspunt moet zijn dat Sita zich eigenaar gaat voelen over de eigen situatie. “Wij kunnen vanuit ons Hollandse perspectief oplossingen aandragen, maar beklijft het dan bij Sita? Je moet niet als professional bedenken wat goed zou zijn. Je moet activeren wat die persoon zelf wil.” Ter Heege vertelt dat de opstelling met poppetjes ook daarbij helpt. “Die opstelling laat zien hoe de cliënt zijn of haar netwerk ervaart. Het mooiste is als de cliënt zelf gaat schuiven met de poppetjes. Dan heb je dat werken aan eigenaarschap meteen bereikt.”
Een verloskundige stelt dat je in deze situatie twee rollen kan aannemen. De ene rol is die van zorgverlener die ervoor moet zorgen dat moeder en kind goed uit de zwangerschap komen. Maar hoe gecompliceerder de casus, hoe gecompliceerder het zorgnetwerk. De tweede rol is die van stadsbewoner. “We redeneren nu vanuit het individu. En elk individu vraagt maatwerk. Maar je zou ook interventies moeten inzetten op de buurt, of op de wijk. En dat doen we niet in Nederland.”
Daniëlle Kretz, programmamanager Gezonde en Kansrijke Start Amsterdam heeft dan al verteld dat de bijeenkomsten die GKS organiseert vooral bruikbaar moeten zijn in de praktijk. De opstelling met poppetjes is daar een voorbeeld van. Ook vertelt zij dat het programmateam GKS een leerreis heeft ontwikkeld. Die bestaat uit een aantal online modules en twee dagdelen met een fysieke training. Daarbij gaat het om gesprekstechnieken en samenwerking, steeds gericht op het aansluiten bij gezinnen waarover het gaat bij Gezonde en Kansrijke Start. “De samenwerking is niet vrijblijvend. We gaan daarvoor structuren bouwen en afspraken maken. Het idee is dan we dan gemakkelijker de warme overdracht kunnen doen.”
De opstelling met de poppetjes krijgen de deelnemers mee, om te gebruiken in hun werk. En toeval of niet, juist deze weken start de Gezonde Generatie de campagne Bijspringers, die aanmoedigt om toch eens om te kijken naar elkaar en met kleine daden het leven van een ander even te verlichten.
Angelique Kaldenbach, diëtist bij Diëtistengroep Amsterdam:
“Bij dit soort bijeenkomsten zijn veel zorg- en welzijnsorganisaties aanwezig. Diëtisten zijn hierbij een beetje vergeten groep, maar ook wij kunnen onze rol pakken in die eerste 1000 dagen. Bijvoorbeeld als kinderen te weinig eten, of juist overgewicht hebben. Daarom is het goed om hierbij aanwezig te zijn en te netwerken.
De systeemopstelling om te ontdekken hoe het netwerk van een cliënt eruitziet is interessant. Mijn eigen plek in het informele netwerk hangt natuurlijk af van de situatie. Met de kennis die ik vandaag heb opgedaan zal ik eerder denken aan organisaties als Eigen Plan of Homestart, als ik zie dat cliênten ondersteuning nodig hebben.”
Ron Water, stagiair medisch maatschappelijk werk bij het BovenIJ ziekenhuis:
“Kenmerk van de hulpverlening in het ziekenhuis is dat deze snel van karakter is. Een ziekenhuis wil mensen snel naar huis krijgen. Maar dat kan eigenlijk alleen als je weet dat de ondersteuning thuis voldoende robuust is. Daarbij bouwen we in de regel op het netwerk van een patiënt. Een tool waarbij mensen met poppetjes hun eigen netwerk in kaart kunnen brengen is een mooie methode. Het nodigt mensen uit om kritisch naar hun eigen situatie te laten kijken en eigenaarschap te tonen. Daar ga ik in mijn werk zeker gebruik van maken.”
Deze website is gemaakt in opdracht van GGD Amsterdam.
Teksten: Karlijn Broekhuizen en Robin Ouwerkerk
Eindredactie: Karlijn Broekhuizen
Fotografie: Olivier Middendorp
Vormgeving en techniek: Lisanne Gottenbos