Sessie | Het belang van partnerschap tussen ouders en school

Als driehoek werken aan een gezamenlijk doel

Het stimuleren van schoolaanwezigheid lukt niet zonder hulp van ouders. Het doel is dat kinderen en jongeren zich prettig, gezien en gehoord voelen op school. “Een kind heeft verschillende leefomgevingen. Als die bij elkaar komen, krijg je een breder beeld van het kind. Het is beter als de verschillende omgevingen in elkaar overvloeien”, zegt projectleider Ellen Donkers van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).

Een goede samenwerking tussen school en ouders heeft een positief effect op de ontwikkeling van de leerlingen. Het bevordert de schoolresultaten, het gedrag en de sociale vaardigheden. Maar ook het welbevinden van kinderen én ouders, de relatie tussen ouder en kind en voorkomt probleemgedrag en criminaliteit. Ook zijn volgens het NJi interventies effectiever als ouders worden betrokken.

Heel vaak is er pas contact met opvoeders als het op school al mis is gegaan. Dat levert frustraties op. Bouw daarom vanaf het begin van de schoolcarrière (basis- en voortgezet onderwijs) een vertrouwensband op. Nodig ouders uit voor (informele) inloopochtenden, neem ze mee als begeleider naar een museum, geef uitleg over de toetsweek, stel docenten voor, organiseer een kerstborrel.

Gelijkwaardige relatie

Toon oprechte interesse in het kind en voor de visie van ouders op het kind. Zorg voor een gelijkwaardige relatie. Heb oog voor diversiteit. Schakel indien nodig een tolk in of gebruik Google Translatie. En geef niet snel op. Zoek de beste weg om ouders te bereiken. “Soms krijg je zes keer ‘nee’ en is het de zevende keer wel raak”, weet Ellen. Blijf altijd communiceren.

Scholen moeten een andere mindset krijgen rond het samenwerken met ouders. Daarom is het goed om verwachtingen naar elkaar uit te spreken. Soms is het daarbij nodig om je eigen rol opzij te zetten. Wees je altijd bewust om van mens tot mens contact te maken, luidt het advies. Noem ook de positieve dingen en focus je niet alleen op de prestaties.

Ouder Wilma Manuels vindt dat school en ouders ‘open, eerlijk en transparant’ moeten zijn. “Je moet het samen doen. Al vergt het een lange adem.”

Toolkit

Het NJi ontwikkelde de speciale toolkit ‘Hoe samenwerken met ouders’. Hierin krijg je onder meer tips over hoe je een gesprek met ouders kunt voeren.

Sessie | Kansenongelijkheid

Voelsprieten voor armoede en cultuur

School schrijft voor dat je voor gym sportschoenen met witte zolen moet hebben. Een leerling heeft echter alleen een paar met zwarte zolen en geen geld voor de juiste schoenen. De leerling kan niet meedoen met de groep en verzint een smoes waarom dat niet kan. Dat raakt zijn eigenwaarde en veroorzaakt stress.

Bij deze leerling staat het uitgangspunt dat het rijk hanteert bij onderwijs onder druk: Elk kind heeft recht op ongelijke investering om tot gelijke uitkomsten te komen bij gelijke capaciteit. Kinderen kunnen ‘early life stress’ ervaren wanneer de basis instabiel is. Dat kan komen door ouders die weinig verdienen of geen baan hebben en in overlevingsstress leven. Of in gezinnen waar onderwijs een minder vanzelfsprekende rol heeft en taalproblemen een hoge drempel opwerpt om naar school te komen. Maar ook voelt een kind het wanneer de thuiscultuur en de schoolcultuur sterk verschillen.

Cultuurverschillen

In gezinnen met een migratieachtergrond speelt dit extra. Ouders zijn minder vertrouwd met het Nederlands onderwijssysteem, kunnen moeilijk helpen bij huiswerk en voelen zich niet welkom op school. Daar domineert namelijk de cultuur van de hogere witte middenklasse. Verwachtingen van school, taal en normen en waarden verschillen sterk.

Door ouders bij school te betrekken worden de verschillen kleiner. Ouders kunnen iemand uit de gemeenschap meenemen die het Nederlands wél goed beheerst. School kan zorgen voor een vast en vertrouwd aanspreekpunt, zodat ouders makkelijker op ze afstappen. Laat je ouders iets mee organiseren, dan komen ze op school en voelen ze zich betrokken. Zij voelen zich geaccepteerd en welkom wanneer school ook aandacht besteedt aan feestdagen uit andere culturen/landen.

Sensitiviteit voor signalen

Maar hoe signaleer je armoede? Vanuit schaamte loop je daarmee niet te koop. Er zal een vertrouwensband moeten ontstaan uit veelvuldig contact. Dat kan tijdens ouderavonden op de middelbare school, zoals je die ook op de basisschool hebt. Ook vraagt het sensitiviteit voor signalen. Wijken gedrag of verklaringen af van wat je zou verwachten? Heb er dan geen oordeel over, maar vraag vanuit oprechte interesse hoe het gaat. Benadruk niet het afwijkende, maar zeg dat je wel vaker kinderen ziet die moeite hebben sportschoenen te kopen.

https://www.nji.nl/kansengelijkheid-in-het-onderwijs

Sessie | Van vastloper naar doorloper

Maatwerktrajecten buiten de kaders

De jongere bepaalt bij de VSO Erasmusschool in Groningen hoe na uitval weer terug te keren. Een keten van onderwijs en zorg helpt daarbij. Verwerking van een schooltrauma staat op één, voordat verder kan worden gekeken. Zoals bij Marco. Met een IQ van 138 was hij volledig afgeknapt op het onderwijs. Op de basisschool had hij veel moeite om naar school te gaan en op het vmbo kreeg hij heftige ruzies. Hij viel volledig uit. Met een schooltrauma kwam hij met 13 jaar op de VSO Erasmusschool. Op de RENN4-school veranderde de situatie van Marco compleet. Er werd naar hem geluisterd en er werd vertrouwen in hem uitgesproken. Op zijn 14de ging hij voltijd op stage en bloeide hij op. Marco werd eens niet in een hoekje geduwd waarin hij niet wilde zitten. “Wij kijken naar talenten”, zegt IB’er Annemarie Boersma. Daarbij denkt de school bij voorkeur buiten de kaders en ze kan dat ook verantwoorden naar de inspectie toe als het moet.

Leerjaren loslaten

Dit soort maatwerktrajecten biedt de Erasmusschool alle leerlingen. Het betreft jongeren die zijn uitgevallen op speciale en daarvoor op reguliere scholen. Op de Erasmusschool doorlopen zij in hun eigen tempo verschillende fases. “Wij laten het leerjaar los. Als een kind meer belastbaar is, kan het meer vakken en uren aan en gaat het tempo omhoog.” Het begint met opbouwen naar schoolaanwezigheid. Uit de overlevingsstand. Ze moeten zich veilig gaan voelen, tot rust komen. Steeds worden, soms minuscule, doelen gesteld. Elke zes weken volgt een evaluatiegesprek met kind en ouders. “Investeer in de relatie met ouders. Werk samen, zoek verbinding en vertrouw ze. Ook zij zijn vaak afgeknapt op het onderwijs. Als het beter gaat met hen, gaat het ook beter met het kind”, benadrukt directeur Jiska van der Mooren.

Vroegtijdig signaleren

Mentoren en leerlingen hebben duidelijke afspraken over verzuim gemaakt. Preventieve verzuimspreekuren (zonder melding) moeten ervoor zorgen dat problemen vroegtijdig worden gesignaleerd. Een heel systeem met onderwijspersoneel, zorgverleners en samenwerkende bedrijven werkt hieraan mee. Na een à twee jaar op school stromen leerlingen uit naar dagbesteding, werk, het mbo of het hoger onderwijs. Zij hebben dan vaardigheden aangeleerd, kennis en werkervaring opgedaan. “En dat gaat goed. Wij hebben een duurzame uitstroom”, zegt Annemarie. Ook daarna blijft er contact tussen de school en de uitgestroomde leerlingen.
Sessie | Space: van machteloosheid naar ondersteuning

Praten met je kind vanuit geweldloos verzet

Steeds meer leerlingen vallen uit door angst en dwang. De geweldloos-verzetmethode Space van onderzoeker Eli Lebowitz kan deze groep helpen. Ze is op de ouder gericht. Die kan voor mentale rust zorgen door vertrouwen uit te spreken naar het kind.

Tijdens deze sessie moeten deelnemers de tafel van acht in hun hoofd opzeggen, terwijl Jacolien Kaljouw van Zorgonderwijscentrum Timon ieder moment een opgeblazen ballon kan laten knallen. “Wat lastig. Ik kon me niet concentreren”, zegt een deelnemer. “Ik bedacht allerlei strategieën om maar niet bezig te zijn met die ballon”, deelt een ander. “Deze ervaring toont aan dat je reflectieve brein uitgaat als spanning toeneemt”, zegt Bart Mosselman, Jacoliens collega. “Dit ervaren leerlingen die last hebben van angsten de hele dag. Hun neiging is: ‘ik ga niet meer naar school’.”

Gezinsaanpassingen

Met de methode Space wordt de autonomie teruggegeven aan het individu. Ouders zijn een essentieel onderdeel van de oplossing. Jacolien: “We geven niemand de schuld, maar laten ouders een neutraal onderdeel zijn.” De eerste stap van de methode is die van psycho-educatie. Bart: “We zien dat vermijding – iets dat veel ouders doen – voor een negatieve spiraal zorgt. Bij irreële angst dooft door exposure/blootstelling de angst na een aantal keren uit. Vervolgens breng je met elkaar uitgebreid de gezinsaanpassingen in beeld: wat doen én laten ouders allemaal om hun kind gerust te stellen?”

“Je hebt beschermende ouders en je hebt eisende ouders”, vertelt Jacolien. “In beide rollen zitten positieve dingen, maar los van elkaar zijn ze te eenzijdig. We geven ouders handvatten om ondersteunende taal te gebruiken. Hoe? Je toont als ouder eerst gevoelsreflectie en dan zet je een komma. In het tweede deel toon je dat het kind het kan. De beschermende ouder moet de beweging maken van redden naar vertrouwen: ‘Je vindt het spannend, ik weet zeker dat je het zult leren’. De eisende ouder van beheersen naar ervaren: ‘Je vindt het spannend, ik vertrouw erop dat je het kunt’.”

Brief aan kind

Er wordt daarnaast gekeken welke vorm van aanpassend gedrag ouders kunnen verminderen. Bart: “In een brief aan hun kind vertellen ouders waarmee ze gaan stoppen, in ondersteunende taal. We kijken of er mensen in het eigen netwerk zijn om bij de moeilijke momenten te helpen. Ten slotte monitoren we het effect.”

Meer weten?

Boek: Doorbreek angst en dwang bij kinderen van Eli Lebowitz.

Wat ga jij nu doen?

‘Interactie met omgeving bevestigd’

“Tijdens de keynote van René Halberstadt werd een puzzelstukje gelegd. Wij hadden altijd al het gevoel dat de interactie tussen ouders, klasgenoten en andere actoren een rol speelden in relatie tot aanwezigheid van een kind op school. Nu heeft iemand dat wetenschappelijk onderzocht en werd dit vermoeden bevestigd. Dat is fijn. Daar kunnen wij in de praktijk wat mee.”

Gezina Topper, schoolpsycholoog en lid van het thuiszittersteam van de Fritz Redlschool (vso) in Utrecht

Wat vind jij van deze stelling?

‘Ga in gesprek met de jongere’

Anita Voerman (l.) en Romée Zandee

Hulpverleners en school praten vaak óver en niet zozeer mét uitgevallen leerlingen. Terwijl het juist om hen draait. Anita Voerman van Samenwerkingsverband Rivierenland en de 21-jarige ervaringsdeskundige Romée Zandee, die uitviel in havo 5, praten over de stelling: De problemen worden wel bij jongeren neergelegd maar de oplossing niet.

Anita: “Ga in gesprek met de jongere. Laten we daar eens mee beginnen, zeg ik altijd. In onze thuiszittersklas zie ik veel hoog opgeleide meiden die uitvallen en vaak hoor ik: ‘Er wordt niet met mij gepraat, niet gevraagd naar wat ík wil’.”

Romée: “Dat gebeurde bij mij ook niet. Het gesprek verliep vooral tussen hulpverleners en de school. Ik was een 15-jarige meid en kwam net kijken. Dat gevoel kreeg ik. Ik begrijp dat het een lastige situatie was, maar ik had graag meer inspraak gehad. Ik had kunnen helpen met een oplossing. Sowieso was het fijner geweest als er naar oplossingen was gekeken in plaats van naar problemen.”

Anita: “Hoe hadden ze jou kunnen helpen?”

Romée: “Er had veel eerder moeten worden ingegrepen. Ik zat allang in niveau rood van de MD-MTSS-piramide. In groep 3 en 4 waren er al signalen van faalangst en perfectionisme. Ik heb ook onnodig lang met psychische klachten rondgelopen. Het had mij geholpen als dit soort klachten in de klas meer bespreekbaar waren gemaakt. Ik was depressief en suïcidaal. Ik had op een gegeven moment geen energie meer en moest wel alle vakken doen. Waarom kon ik dat niet uitsmeren over meerdere jaren? Toen ik uitviel, viel mijn sociale context ook weg. Waardoor problemen verergerden. Al was ik alleen maar op school aanwezig geweest, zonder echt mee te doen. Dat had al veel gescheeld.”

Anita: “Juist daarom hebben wij onze thuiszittersklas. Hier kunnen maximaal acht leerlingen worden opgevangen. Wij willen in verbinding blijven. Zij moeten hier wel, in opbouw, werken aan school. Met als doel uiteindelijk terug te keren naar een passende setting binnen het onderwijs. Dat kan alleen in samenwerking met alle betrokkenen, dus ook met de leerling!”

Bronvermelding

Ga naar de inhoud