In de Gooi en Vechtstreek is er BOOST en in Steenwijkerland Het Tij. Twee projecten om uitgevallen kinderen weer richting school te leiden. Bij beide zijn integrale samenwerking en ouderbetrokkenheid cruciale succesfactoren.
BOOST
Dit is een ‘integrale tussenvoorziening’. In fasen komen jongeren – zowel PO als VO – terug in het onderwijs en uiteindelijk op school. Thuis krijgen ze gesprekken en gezinsbegeleiding. Vervolgens wordt met henzelf aan doelgerichte ontwikkeling gewerkt, is er behandeling en integreert de jongere in een ‘onderwijsoefenplek’ (de term school wordt gemeden). In de laatste fase gaan ze weer naar school, waar ze nog drie maanden worden gevolgd en gezinsgesprekken hebben. Een duur van een jaar is het uitgangspunt.
De samenwerkende partijen (onderwijs, zorg, overheid) hebben een gezamenlijke visie, gezamenlijk plan en gezamenlijk doel. Daarnaast is er ruimte voor individuele doelen. Het basisidee is dat ‘ieder kind recht heeft op een school’, omdat het dan ‘erbij hoort’. Vrijwillige deelname is criterium en toeleiding gaat via de jeugdcoördinator of de ‘thuiszitterscoördinator’.
De nadruk bij BOOST ligt op talentontwikkeling (datgene wat wél lukt), relatieopbouw met de jongere (die ook meebeslist), en samenwerking met de school van herkomst. De jongere komt zelden op die school terug, omdat de situatie te beladen is geworden. Hij/zij staat nog wel op deze school ingeschreven, maar als onbekostigd. Financiering van BOOST komt vanuit het samenwerkingsverband en de gemeente.
De jongere krijgt voor zijn/haar komst brieven waarin wordt uitgelegd wat BOOST is en een kaartje dat hij/zij welkom is. De benadering is persoonlijk. “Soms gaan we naar huis. Of we lopen naar de auto om de jongere uit te nodigen om eruit te komen”, zegt Petra de Waard. “Zo laten we zien dat we om ze geven.”
Bekijk hier de promo van BOOST.
Het Tij
Omarm de stilstand, is het idee achter Het Tij. Dit is een onderwijs-zorgarrangement en tegelijkertijd een proeftuin van het ministerie van OCW. “Bij eb zit je vast maar zie je ook de geulen die je kunt volgen als het weer vloed is”, verklaart Rinda Verheij, een van de vaste krachten. Ook Het Tij is integraal, maar dan met de zorgverleners die al aan de jongeren zijn verbonden. Verschil met BOOST is ook dat Het Tij op een onderwijslocatie zit, naast een praktijkschool waar de jongeren onder meer kunnen koken.
Rinda: “Van oorsprong zijn we een thuiszittersproject, maar we willen nu een glooiender aanbod. Óók voor jongeren die dreigen uit te vallen, zodat we eerder in beeld komen.” Het Tij is nu voor alle jongeren in de middelbare-schoolleeftijd.
In een traject hebben de partijen kennisgemaakt, elkaars taal geleerd en samen een visie en verantwoordelijkheden opgesteld. Hieruit volgde een kaderplan. Ook naar jongeren past Het Tij in overleg zijn taal aan. Doet het woord ‘rooster’ bijvoorbeeld te veel herinneren aan school, dan wordt ‘programma’ gebruikt.
Elke jongere heeft een Maatwerkplan. Hierin staan de beginsituatie, het perspectief, alle gespreksnotulen en afspraken, en het rooster. Na twee jaar is er uitstroom naar onderwijs of werk. Bij een sociaal ontwikkelbedrijf kunnen de jongeren al aan de slag, eventueel met compensatie voor de werkgever. Eens in de drie weken heeft de jongere een gesprek met het team en ouders en hulpverlener erbij. Wanneer het ouders beter uitkomt, kan dat online.
Na Het Tij worden de jongeren nog gevolgd om te monitoren hoe het met ze gaat. En om te leren wat werkt. Aan de hand van veertien criteria bekijken ze de succesfactoren.
Het Tij wordt professioneel ondersteund door Simone Sarphatie (van Wat nou passend onderwijs?), het KNSA, een kernteam, supervisie van een systeemtherapeut en door contact met het samenwerkingsverband en het netwerk van Het Tij.
Voor de toekomst van Het Tij is het spannend wat het gevolg zal zijn van het vertrek van speciaal onderwijs uit Steenwijkerland. De vrees is dat er meer uitvallers zullen komen.