Hoe verder?
Constateren dat de basiskwaliteit van natuur omhoog moet is één, overgaan tot actie is twee. Wat gaat Vogelbescherming doen? En wat kan jij doen?
Manifest: Plaats Basiskwaliteit Natuur in het hart van de nieuwe regering
Met een manifest roept Vogelbescherming Nederland de nieuwe regering op om natuurlijke processen en Basiskwaliteit Natuur een centrale plek te geven in het landelijk ruimtelijk beleid. Wat moet de overheid doen? Wat mag van burgers worden verwacht? Daarover ging het in een paneldiscussie.
‘Natuurbeweging blijft lief’
“Het valt me op dat de schreeuw voor duurzaamheid vooral uit de klimaatbeweging komt. Die hebben de zaakjes beter op orde dan de natuurbeweging. Ze hebben ook duidelijker doelen. De natuurbeweging blijft toch lief.
Iedereen vindt natuurbescherming belangrijk. Voor voedsel, maar ook voor psychisch welzijn. Dat zien we vooral nu, door corona. Maar er zijn politieke keuzes nodig om iets te veranderen. Belangrijk daarbij is om niet te vergeten de mensen te betrekken die het aangaat, zoals jongeren.”
‘Niet alles kan’
“Niet alles kan. Dat hebben we geconstateerd met de commissie Remkes, die adviseerde over de stikstofproblematiek. En dat begint tussen de oren te komen. Om de natuur te beschermen en biodiversiteit te verbeteren moeten er sterke kaders komen op rijksniveau. Provincies en gemeenten zullen dat moeten uitwerken. Met heldere doelen en wettelijke kaders. Het moet afrekenbaar zijn. Het is een mooie combinatie van top-down en bottom-up. Want uit onderzoek blijkt dat burgers in Nederland enthousiast zijn. Boeren en grondgebruikers ook. In dat traject moet je producenten van voedsel meenemen, ook financieel.”
‘Liever er zijn dan azijn’
“In de schappen van de winkels kun je mensen al sturen naar natuurvriendelijker gedrag. Waarom zeggen we niet dat we alleen nog biologische melk in de schappen willen? Ik wil het kabinet helpen dat te regelen in wetten en regels. We hebben toch ook verkeersborden en accijns op ongezonde producten?
We moeten stoppen iedereen de maat te nemen. Boeren, burgers, banken. Dat er boeren zijn die een andere afslag kiezen, is niet erg als je die andere groep helpt. Je bereikt meer met er zijn, dan met azijn. Boeren willen weten waar ze naartoe moeten en willen zekerheid. Ja, het voedsel wordt duurder als je de kosten doorberekent, maar we besteden in Nederland maar een schijntje aan voedsel.”
‘Verschil tussen ideaalbeeld en gedrag’
“Voorheen zag de mens zich als heerser over de natuur. Inmiddels staan ze meer achter het model van rentmeesterschap en het participantenmodel. Dat is de ideale houding: zich onderdeel voelen van de natuur, maar ook verantwoordelijkheid voelen om daarvoor te zorgen. Tegelijkertijd zijn mensen zich bewust van het verschil tussen het ideaalbeeld en hoe ze zich gedragen. Als ze in de supermarkt staan, verbinden mensen er geen consequenties aan. Daar is winst te boeken. Het is belangrijk de jeugd daarin mee te nemen. De meeste mensen die zich nu actief inzetten voor de natuur, geven aan dat de verbondenheid met natuur al in hun jeugd is gelegd.”
Het manifest
89 Procent van de Nederlanders vindt dat natuur onderdeel moet zijn van economische herstelprogramma’s. Vogelbescherming Nederland roept op om Basiskwaliteit Natuur in het hart te zetten van het nieuwe regeringsbeleid, om zo te komen tot een gezond ecologisch fundament en een rijke natuur. Het is hard nodig, Nederland is door een ondergrens gezakt. Zelfs gewone vogels, die vaak gelden als een graadmeter van natuurkwaliteit, zijn bedreigd.
Intussen heeft Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot een Kamermotie ingediend.
‘We moeten het anders doen’
“We zijn in Nederland heel slecht bezig.” Het oordeel van Louise Vet, voorzitter Stichting Deltaplan Biodiversiteit, is snoeihard. Maar ze ziet ook kansen om de biodiversiteit te verbeteren. Succesfactoren zijn draagvlak voor andere verdienmodellen, wet- en regelgeving, vergroten van kennis en innovatie én samenwerking.
“Tweederde van de boerenlandvogels is verdwenen sinds 1960. Dieren en planten hebben hun habitat niet meer. Landbouw en steden vergen hun tol. Maar er is meer aan de hand: de soorten die doodgewoon waren zijn ook niet meer alledaags.”
Alles is ‘mono’ geworden, constateert Louise Vet. Naast voorzitter Stichting Deltaplan Biodiversiteit ook emeritus hoogleraar Evolutionaire Ecologie aan Wageningen University Research en voormalig directeur van NIOO-KNAW. “We moeten diversiteit creëren. En de drukfactoren die de basis van biodiversiteit vernietigen, moeten echt minder. Denk aan chemische bestrijdingsmiddelen en uitstoot van stikstof. Het advies van de commissie Remkes staat nog als een huis.”
Natuur is eager
Toch is ze positief. Ze ziet mogelijkheden om de diversiteit weer op orde te krijgen. “Herstel die habitats. Verbind, vergroot, vernat, verschraal. En de natuur volgt. Die is eager.” Als het gaat over grondgebonden biodiversiteit, dan vormt de bodem de basis. “Die bodem doet goed werk. De levende bodem heeft heel veel functies. Het zorgt voor structuur, voor het vasthouden van water, opname van stikstof.”
Succesfactoren
Ze pleit voor een gebiedsgebonden aanpak. “Hoe we komen van biodiversiteitsverlies naar biodiversiteitsherstel, hebben we in het Deltaplan Biodiversiteitsherstel beschreven. Het gaat om negentig procent van het Nederlandse oppervlak. Niet alleen natuur, maar ook landbouw en openbare ruimte. Dat moet verbonden worden.”
Succesfactoren daarbij zijn volgens Vet: draagvlak voor andere verdienmodellen, wet- en regelgeving, vergroten van kennis en innovatie én samenwerking binnen gebieden. “We hebben gezien dat het de afgelopen 20 jaar niet is gelukt. We moeten het anders doen. Ik geloof in samenwerking tussen ketenpartijen, financiers, overheden, verpachters, boeren waterschappen, onderwijs, consumenten, retail, producenten en burgers.”
‘Hekjes weg, teugels aantrekken’
“Ik bracht mijn jeugd zeilend door in Friesland, met het geluid van grutto’s en kieviten. Dat geluid is verdwenen. Daarom is het idee van Basiskwaliteit Natuur goed." Dat vertelt Tjeerd de Groot, lid van de Tweede Kamer voor D66.
“D66 heeft in 2018 bij de minister erop aangedrongen hier werk van te maken. Door het afbraakbeleid van staatssecretaris Bleker was de natuur tot een minimum teruggebracht. Dit beleid wordt ook wel ‘snipperbeleid’ genoemd. We moeten de snippers weer met elkaar verbinden. We hebben overal hekjes omheen gezet. Stikstof stopt niet bij een hekje. Halen we echter een hekje weg, dan voelt dat alsof iets wordt afgenomen.”
“Tot Basiskwaliteit Natuur behoort ook water: schoon water en klimaatadaptatie. We kunnen tot een hoogwaterpeilbeleid komen, wat ook landschappelijke waarde geeft. Op het terrein van woningbouw kunnen we eigen energie opwekken. We kunnen aan deelauto’s doen, meer op de fiets en groen aanleggen voor hitteopvang. In de landbouw kun je wat doen aan de vogelstand en luchtkwaliteit. 55.000 mensen hebben een luchtwegaandoening door ammoniak.”
“Negentig procent van de ammoniakuitstoot komt uit de veehouderij. Daarvoor kunnen we de veehouderij schoonmaken, en de natuur weer als onze vriend zien. Dat biedt de boer perspectief. Die zit vast in een systeem waarin volume bepalend is, niet of het ten koste gaat van natuur. Het is vreemd dat de voedselindustrie en de detailhandel hiervoor niet medeverantwoordelijk worden gesteld. Jaarlijks heb je het over zes miljard euro aan verborgen kosten.”
“We moeten toe naar kringlooplandbouw: geen vruchtbare grond meer voor de productie van diervoeder, meer aandacht voor biologie, stoppen met mest dat methaan en ammoniak uitstoot en aandacht voor dierenwelzijn. Vanuit Den Haag moeten de teugels worden aangetrokken als we kijken naar hoe de provincies omgaan met het stikstofbeleid. En we moeten voorbij de hekjes tussen de sectoren denken. We kunnen hiermee een voorsprong nemen en onze kennis verkopen aan de rest van de wereld.”
‘Het is nog niet te laat’
Presentator en ambassadeur van het WNF Humberto Tan heeft al jaren veel bewondering voor vogelaar Arjan Dwarshuis. Vanwege zijn enorme enthousiasme voor vogels én hun bescherming. Alle reden voor Tan om de bevlogen birdwatcher tijdens het symposium Basiskwaliteit Natuur een podium te geven.
Arjan, hoe gaat het met de natuur in Nederland?
“Over de breedte natuurlijk niet goed. Het aantal dieren in de open gebieden is met de helft afgenomen. Op de zandgronden zie je een achteruitgang van zeventig procent, het aantal vogels in steden is met veertig procent achteruitgegaan. En de trekvogels, die sterk afhankelijk zijn van insecten, nemen in aantallen enorm af. Er moet snel iets gebeuren.”
Denk je dat er in de toekomst nog natuur is zoals we die nu hebben?
“Er zal wel natuur zijn, maar erg verarmd. Daarom moeten we het roer omgooien. In mijn jeugd fietste ik in het voorjaar vaak door duingebied Meijendel. Daar hoorde ik altijd het geluid van een sonoor koerende zomertortel. Een prachtig vogeltje. Maar het geluid verstomde gaandeweg en de zomertortel is er nu weg. Door ruilverkaveling, het weghalen van heggen en het egaliseren van het landschap nam het aantal insecten en daarmee het aantal vogelsoorten drastisch af in Nederland.”
Dat is een somber verhaal. Je wilt toch ook een boodschap van hoop uitdragen?
“Ja, en die heb ik ook zeker. Het is nog niet te laat. Neem de Oostpolder in de provincie Groningen. Oorspronkelijk bestond die uit veenmoerassen, maar de polder is in de vorige eeuw omgevormd naar landbouwgrond. De sloten die gegraven werden om water van de landbouwgrond af te voeren naar de zee, zorgden voor veel wateroverlast. Tot men op het idee kwam om te gaan werken met de natuur. Grote landbouwpercelen werden opgekocht, dijken doorgeprikt en de polder veranderde weer in een prachtig moerasgebied. Er kwamen bijzondere vogels terug, zoals de kemphaan en de witwangstern. Een gebied dat ooit landbouwgrond was, is nu een van de meest waardevolle gebieden van Europa. Zo kan het dus ook.”
Wat kunnen we doen?
“Onderteken de petitie van het Aanvalsplan Grutto. De kans dat we straks weer grutto’s hebben in voldoende mate is groot als we nú iets doen! En draag als maatschappij niet de boodschap uit dat boeren het verkeerd doen, maar dat boeren het landschap beheren en een verantwoordelijkheid hebben. Je wilt niet dat boeren gecompenseerd worden, maar dat ze gaan verdienen.”
Een afsluitend lichtpuntje?
“We zagen een paar zomers geleden de eikenprocessierups terugkomen. Een plaag. Eerst bestreed men ze met gif en aaltjes en zoog men ze weg. Maar nu is men tot het inzicht gekomen dat het beter is om nestkastjes op te hangen. En om de bermen en het leefgebied van mezen te verbeteren. Zo komt er meer variatie en krijgen de natuurlijke vijanden van de rups weer een kans. Dat is toch mooi?”