Tot die uitkomst kwamen de deelnemers na een gesprek rond vier vragen:
De wensen voor het energiesysteem van de toekomst en de constatering dat duurzame energie overal is, worden samengevat in de 5 principes voor De Wereld van B:
De kunst is nu om in de huidige wereld, de Wereld van A, met deze principes aan de slag te gaan. Het heeft namelijk gevolgen voor ons economische en financiële systeem. Ook de wetgeving, die nog volledig is opgebouwd vanuit de centrale rol van fossiele brandstoffen, moet veranderen. Voor de maatschappelijke inzet is samenwerking tussen betrokken partijen nodig. Plus investering in groepen die wantrouwend zijn en samenwerking mijden. Vertrouwen opbouwen begint met luisteren.
Een goede pionier is de provincie Drenthe. Daar liep het energienet 7 jaar geleden al vol en moesten ze op zoek naar alternatieven. Er is dus al beweging, maar de groep bestuurders die zegt ‘Zo gaan we het gewoon doen’ moet groter.
“Zo’n aanpak om van de toekomst naar het nu te gaan, kan van goede waarde zijn. Daarmee kun je voorkomen dat je in de uitvoering blijft bijschaven en te veel water bij de wijn doet. Ik vind het wel erg idealistisch. Naast mij fluisterde iemand dat-ie toch ook vooral goedkope energie wil, maar dat werd niet hardop gezegd, terwijl veel mensen dat wel willen.”
Bart Scholten, JongRES
1. Dataset zonnepanelen
READAR heeft in opdracht van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) een ‘dataset zon op gebouw’ ontwikkeld. Het computermodel detecteert uit luchtfoto’s waar zonnepanelen liggen en waar nieten hoeveel potentie er nog is. Er wordt daarbij rekening gehouden met directe en diffuse instraling en ook de hellingshoek en de richting waarin de panelen liggen zijn ingevoerd. De dataset is alleen beschikbaar voor overheden. READAR heeft voor een aantal gemeenten inmiddels een dashboard, zodat de groeitrends per wijk of stadsdeel duidelijk zichtbaar zijn. Ook biedt het inzicht in lokale overschotten en tekorten en is duidelijk zichtbaar welke gebouwen geschikt zijn voor zonnepanelen.
2. Belangenbehartiger Holland Solar
Holland Solar is de branchevereniging van de Nederlandse zonne-energiesector. De vereniging behartigt de belangen voor de sector, houdt zich bezig met de kwaliteit en de veiligheid in de sector, biedt een kennisplatform en netwerk en zorgt voor zichtbaarheid. De branchevereniging staat zijn leden bij met ‘gedoe-factoren’, zoals problemen met (brand)verzekeraars, dakconstructies en vergunningen en met financieringsproblemen voor grotere innovatieve projecten. Hun site biedt ook een Q&A, waarin veel ‘gedoe-factoren’ worden behandeld. Daarin is ook aandacht voor netcongestie, de toekomst van subsidieregelingen en recycling.
3. Generieke en specifieke ondersteuning
Voor ondersteuning bij de realisatie van zon op daken en objecten kunnen gemeenten, regio’s en provincies in januari terecht bij de helpdesk Zonopwek. Deze helpdesk biedt handreikingen (zoals een basisdocument voor de uitvoeringsstrategie), leidraden en voorbeeldcontracten en heeft een kennisbank.
Ook is er de mogelijkheid om concrete hulp in te vliegen via de helpdesk. Een speciale expertpool ondersteunt regio’s als specialistische kennis ontbreekt. Het is dan mogelijk om kortstondig extra hulp aan te vragen. Daarnaast worden er begin volgend jaar sprintsessies aangeboden. In deze sprintsessies stellen RES-regio’s en gemeenten in een paar dagdelen een uitvoeringsstrategie op. Ook kunnen op deze manier specifieke knelpunten bij de opschaling en versnelling van zon op daken en objecten opgelost worden.
“Onze gemeenteraad is tegen zonnepanelen op landbouwgrond. We moeten dat dus nog echt goed bekijken in de RES. Ik kreeg duidelijk de bevestiging dat we echt niet te snel aan zonnevelden hoeven te beginnen, dat er nog erg veel capaciteit op daken ligt. In onze gemeente ligt op 20% van de daken zonnepanelen. Dat is niet overal de maximale capaciteit. Veel mensen investeren liever zuinig dan dat we te veel opwekken.”
Hans Eskes, duurzaamheidcoördinator gemeente Aalten
Het efficiënte, geoptimaliseerde centrale energienet loopt tegen haar grenzen aan. De energietransitie zorgt voor decentrale opwekking, die bovendien niet constant is. Windmolens en zonnepanelen vind je tenslotte overal in het landschap. En de wind waait niet altijd even hard, net als dat de zon niet altijd schijnt. Daarnaast zorgen bijvoorbeeld elektrische auto’s en verduurzaming van bedrijven en warmte via elektrificatie voor een sterke stijging van de vraag naar duurzame energie. Bovendien vertoont deze vraag pieken door bijvoorbeeld gelijktijdig laden; bij thuiskomst na een dag werken.
Dit alles zorgt voor netcongestie, leggen Laura Hattink van Alliander en Robert Aerts van Enexis uit. Dit speelt in de winter door veel afname, maar ook in de zomer door veel teruglevering. Grote delen van Nederland kleuren op de kaart oranje of rood: hier zijn de netcongestieproblemen het grootst.
Gelukkig zijn er ook oplossingen. Naast meer kabels kan ook de inzet van congestiemanagement en het verminderen van piekmomenten de congestie verlichten. Dit vraagt om samenwerking, bijvoorbeeld met grote energieproducenten. Maar ook voor het koppelen van opwekking van zon- en windenergie, en het ondersteunen van initiatieven die op lokale schaal vraag en aanbod van duurzame energie op elkaar afstemmen, bijvoorbeeld tussen overheden, netbeheerders, bedrijven en initiatiefnemers.
In het land zijn allerlei pilots met oplossingen en samenwerkingsvormen. Zoals bedrijven die een aansluiting delen en zo hun energievraag op elkaar afstemmen. Of het plaatsen van batterijen die energie opslaan wanneer het aanbod groter is dan de vraag of juist de energie leveren bij een tekort. De technieken zijn er dus al, maar de procedures, regels en het gebruik vragen nog veel oplossingen.
Het vinden en doorvoeren van passende oplossingen valt of staat met goed inzicht in de huidige netsituatie en informatie-uitwisseling. Ook om te weten wat ruimtelijk nodig is. Met een integraal beeld van verwachte ontwikkelingen en de bijbehorende energievraag voorkom je dat bijvoorbeeld bedrijventerreinen en woonwijken worden gebouwd waar geen aansluiting mogelijk is. Voor deze informatie-uitwisseling is ook weer samenwerking nodig, zodat zowel overheden als netbeheerder op basis van dezelfde gegevens plannen maken.
“Ik ben zelf totaal geen techneut, maar ik adviseer veel gemeenten en daar hoor ik voortdurend rondzingen dat het net vol is en dat er van alles niet kan. Het is goed dat mensen die er daadwerkelijk over gaan hier een ander geluid laten horen: congestie betekent niet dat het net altijd vol is. Er wordt in oplossingen gedacht. Dat is een frisse wind in deze problematiek. Want tot voor kort ging het vooral over de onmogelijkheden.”
Joost de Jong, adviseur Tauw advies- en ingenieursbureau