Stel dat je nu kunt spreken met je achterkleinkinderen, hoe leg je de huidige klimaatproblemen dan uit? En wat we er nu aan doen? Nynke Laverman schreef er een lied over, dat ze op het RES-congres zong.
Deze boodschap drukt filosoof Daan Roovers de congresgangers op het hart. “Acht tot tien volle generaties hebben samen de Dom in Utrecht gebouwd. Wij vinden de bouw van de Zuidas van tien, twintig jaar al eindeloos duren.” Dat ‘kathedraal-denken’ is volgens Roovers essentieel. “Wij moeten goed zorgen voor onszelf, voor de omgeving en voor onze soort. Wij moeten leren denken op de lange termijn.”
Goed voorouderschap was altijd al belangrijk, maar lijkt nu moeilijker dan ooit. Er wordt veel meer aan ons getrokken op de korte termijn. De verleidingen voor snelle bevrediging zijn sterker dan ooit. Tegenwoordig is alles snel: flitskapitaal, flitsbezorging, ‘nu besteld en morgen in huis’, spoeddebatten. “Overal is kortzichtigheid”, zegt Roovers. “Daar komt bij dat wij steeds langer leven, maar onze tijdshorizon wordt korter. Daar zit een zekere gekte in. Wij moeten proberen de tijdshorizon verder naar achteren te verschuiven. Als je een spotje hebt, kun je de lamp zo kantelen dat je het heden verlicht en ook de toekomst wat meer in het vizier houdt. Dat moeten wij ook met onze blik doen.”
Breid je bewustzijn uit. “Verplaats je in de mensen van de toekomst – neem 2060. Dat lijkt ver weg, maar is toch emotioneel dichtbij. Mijn kinderen zijn dan zo oud als ik nu ben. Als ik betrokken ben bij beslissingen die ik neem, dan kan ik mij inleven. Proberen een goede voorstelling van de toekomst te maken, dat is de kracht van goed voorouderschap. Wij moeten met z’n allen aan de slag hiermee. Succes.”
“Ik weet hoe ingewikkeld het is om in de regio met veel geploeter en met die nieuwe gemeenteraden de transitie te realiseren. Het ‘voorouderschap’ moet hierin een rol spelen. Het is makkelijk om vanuit het nu te praten, maar laten we vanuit de toekomst denken en van daaruit met elkaar het gesprek voeren.
Dit jaar gaat het over de beweging die we moeten maken, met alle pijn die daarbij komt kijken. Wij zijn de mensen die het verschil kunnen maken. Er zijn 30 unieke RES’en in verschillende stadia van ontwikkeling. Er zijn regio’s die pas enkele jaren bezig zijn in deze samenstelling en er zijn regio’s die een lange traditie van samenwerken hebben. Die kunnen van elkaar leren. We moeten met elkaar in gesprek blijven gaan om alles uit die beweging te halen. Maar ook om met elkaar even stil te staan, zoals op het RES-congres. Tijd om naar elkaar te luisteren en van gedachten te wisselen.”